Willem


Onze eerste ervaring met Zweden was achteraf gezien kennis maken met één van de veel voorkomende problemen die Hollanders daar meemaken. Een bevroren waterleiding in het vakantiehuisje.  En dan kom je daar ergens eind april pas achter, als je hele huis al vol water staat en eerst de verzekering moet gaan bekijken of en hoe de reparatie kan worden uitgevoerd. Wij dachten dat dat, met onze Nederlandse mores, wel vrij snel geregeld zou kunnen worden en dat onze reis naar Zweden in juli gewoon doorgang zou vinden.
Ervaren Zwedengangers en zeker die een huis hebben in Zweden weten al waar dit naar toe gaat. De Zweedse molen maalt in haar eigen, voor ons toen nog onbekende, tempo en dat had tot resultaat dat wij toch maar een ander huisje zijn gaan zoeken. Een stukje verderop…
 
Voor ons een geluk bij een ongeluk. In plaats van midden in de aangeharkte Hollandse enclave in Värmland terecht te komen werd het NorrLia. Waar? Norrlia. Hälsingland. Een kleine gård bestaande uit 3 gebouwen, gelegen midden in het bos. Geen tourisme en verder ook niks.
Wel de prachtige Norrdellen, zoals we snel zouden ontdekken. We hadden een beschrijving gekregen en moesten vanaf de weg een bijna onzichtbaar zandspoor op, de heuvels  en het bos in.  Na een paar honderd meter, alles wat los in de auto lag vloog voorbij want we hadden ons natuurlijk niet voorbereid op off-road, werd mijn gedachte dat we een verkeerde afslag hadden genomen steeds sterker. Mijn vrouw riep enthousiast dat dit geheel volgens de omschrijving was en zo kwamen we op een open plek die erg veel leek op de foto’s  van internet.


Het was allemaal precies zoals we ons gingen voorstellen, alleen nog stiller en  eenvoudiger van opzet. De sleutel lag onder de steen en alles was zoals het was. Als of je thuis komt. Er liep een koppeltje Gotland schapen met een ram die later ‘Jerrycan’ zou gaan heten, maar dat wist toen nog niemand. De kinderen vonden het gelijk helemaal geweldig en wij, tja… Alles was eenvoudig en de meubels bewogen al als je er alleen maar naar keek.  Pippi Langkous ontbrak nog maar die zou zo wel komen.
 
Het werd niet Pippi maar Margareta, de verhuurster en eigenaresse van het perceel. 
De communicatie verliep vlekkeloos, wij konden geen Zweeds en zij vrijwel geen Engels of Duits, laat staan Frans. Met handen en voeten gaat het ook en toen wij er na een week achter kwamen waarom ze de gelooide schapenvachten had achtergelaten, handel is handel, wisten we precies wat we aan elkaar hadden.  Haar vader kwam om de ‘tafel’ zo te repareren dat deze beter paste bij de fikse huurprijs en voor ons bruikbaar was en over de schapenvachten sprak ze niet meer. Toen hadden we twee weken om de romantische kant van Zweden over ons heen te laten komen. Elke dag fikkie stoken, boodschappen doen (Mh, toch wel ver rijden), de kachel die niet trekt vanwege de windstille plek in het bos, de regen die twee dagen aaneen loodrecht naar beneden komt, de was die niet droogt en de muggen die je zo lek steken dat je je een vergiet gaat voelen en na een week besluiten we dat we gaan beginnen met ons emigratieonderzoek. (Degenen die onze weblog volgen kennen onze besluitvaardigheid…).
Via Margareta op bezoek bij Suzanne, die sinds een paar jaar met haar gezin in Zweden woont, op hun melkveeboerderij een ‘stukje’ verderop en hen uitvragen. Het klinkt allemaal als muziek in onze oren, vooral de stilte! We gaan gelijk ook eens naar huizen kijken. De ene nog groter dan de andere en op plekken zo mooi, dat is een droom.  We komen uit bij een huis in Arbrå… Alleen, wat gaan we daar doen. Er woont niemand, er komt niemand, er zijn geen scholen, geen winkels…
 
Terug in Nederland gaan we Zweeds leren en besluiten we onze zoektocht uit  te breiden naar Zuid-Dalarna, Falun-Borlänge. Omdat daar wel leven in de brouwerij is. En vanwege de kinderen die er hun toekomst op moeten bouwen en dat gaat, naar onze mening, niet ergens midden in de wildernis.
 
Er is een vacature waar mijn vrouw op gaat solliciteren en verder is alles daar van hout dus mijn Zweedse timmer- en onderhoudsbedrijfje is al bijna opgericht. Nu nog even een huis zoeken. Na wat proberen en een mislukt bod op een huis dat helemaal gerenoveerd moet worden vinden we ons huis in Backabro. Onze twee huizen dan want mijn moeder gaat mee naar Zweden. Twee huizen dus waar we zo in kunnen. Op 8 juli 2011 zijn we gaan kijken (we kwamen er langs op weg naar ons vakantiehuisje in Sälen) en toen we weer in Nederland waren hebben we het gekocht. In de veronderstelling dat we onze huizen in Nederland snel konden verkopen. Dat valt nog even tegen. Maar we hebben voor elk huis een belangstellende en op één huis al een bod.
Lees verder op: Nästa år kanske.
 
Een volgende keer zal ik vertellen waarom we geen camping overnemen of beginnen.

Willem